Een beknopte inbouwhandleiding voor bougies.

Let op: Als u bougies niet goed monteert, loopt u een risico dat de bougie ofwel de motor beschadigt raakt. Bent u onervaren met het vervangen van bougies of beschikt u niet over de juiste gereedschappen? Dan raden we het aan om de bougies te laten vervangen in een garage.

Controleer de nieuwe bougies goed alvorens deze te monteren! Controleer op beschadigingen en of de bougies geschikt zijn voor uw applicatie (auto of motor).

De consument is zelf verantwoordelijk voor de keuze en montage van de bougie. Zie Artikel 21. Productkeuze en montage van de algemene voorwaarden.

Het inbouwen

1. Zorg ervoor dat uw motor afgekoeld is voordat u begint.
2. Leg u gereedschap alvast klaar.
3. Gebruik nooit bougies die onverpakt op een harde ondergrond zijn gevallen.
4. Noteer of markeer goed de volgorde en plaatsing van de bougiekabels als de motor bougiekabels gebruikt.
5. Verwijder eventueel korsten of ander vuil uit de inbouwschacht. (gebruik bijvoorbeeld perslucht om schoon te blazen)
6. Draai de oude bougie los.
7. Schroef de oude bougie eruit. (Gebruik bijvoorbeeld een magneetpen als de bougie niet in de sleuteldop blijft zitten).
8. Verwijder het vuil in en om de bougieboring.
9. Plaats de nieuwe bougie voorzichtig in de inbouwschacht. Laat ze er niet zo invallen!
10. Schroef handmatig de nieuwe bougie erin tot het niet meer gaat.
11. Draai vervolgens de bougie nog een 1/4 tot 2/3 slag aan (afhankelijk van type bougie). Draai de bougies NOOIT te hard aan. Hierdoor kunnen de bougies scheuren. Gebruik onderstaand overzicht om te bepalen hoeveel de bougies aan te draaien. Of hanteer de aanwijzingen op de verpakking van de bougie.

TIP!: Het komt voor dat de er vuil (vet of anders) in de bougiedop van de bougiekabel of bobine zit. Als deze dan op de bougie wordt geplaatst, is er kans dat er een spoor van vonken ontstaat langs de isolator van de bougie. De electrische spanning kan dan buitenom de bougie lopen van aansluitpunt naar het metaal via de keramische isolator. Dit wordt ook wel "Carbon Tracking" genoemd. Zorg er dus voor dat de bougies en de bougiedoppen schoon zijn voordat u deze monteert.

AANHAALMOMENTEN BOUGIES:

De meeste bougiestoringen worden veroorzaakt door een onjuist aanhaalmoment!

Te laag: Als het aanhaalmoment te laag is, bestaat de kans op compressieverlies en oververhitting. Ook het breken van de isolator of de middenelektrode als gevolgs van trillingen is denkbaar.

Te Hoog: Als het aanhaalmoment te hoog is kan het schroefdraad beschadigd raken en kunnen vervormingen en scheuren optreden. De warmteafvoer, die plaatsvindt via de afdichting en het schroefdraad, wordt hierdoor duidelijk beïnvloed. Er bestaat kans op oververhitting van de elektroden en isolator en zelfs op motorschade.

Het vereiste aanhaalmoment is afhankelijk van het type zitting, diameter van de schroefdraad en het cilinderkop-materiaal. Houd u aan het aanhaalmoment of de aanhaalhoek, zoals hieronder wordt aangegeven of zoals deze op de verpakking wordt aangegeven.

ALTERNATIEF: AANHAALHOEK (ALLEEN GELDIG BIJ MONTEREN VAN NIEUWE BOUGIES)

Let op: Wij kunnen nooit aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade of misverstanden. Daarom raden wij u aan om bij een garage langs te komen voor het vervangen van de bougies.

Tip: Lees ook de montagetips voor het monteren van bougiekabels indien van toepassing. Klik hier

Laten monteren:

U kunt ook terecht bij een van onze partners voor het laten monteren van de bougies.

Neemt u voor het maken van een afspraak en tarieven contact op met een van de onderstaande autobedrijven.