VOOR EEN GOED AFGESTELDE MOTOR VAN DEZE WEBSITE, MAKEN WIJ GEBRUIK VAN COOKIES.
Deze website bevat Affiliate-links. Als je via deze links iets koopt ontvangen wij daar een kleine commissie over. De prijs die u betaalt verandert niet. Op deze manier kunnen wij onze website onderhouden zonder afleidende reclames te tonen.
- Alle elektrische verbindingen van de ontstekingsinstallatie mogen uitsluitend afgekoppeld worden, als de ontsteking uitgeschakeld is. Zet dus eerst de auto volledig uit.
- Alvorens de bougiekabels te demonteren is het raadzaam om goed te noteren hoe de de bougiekabels gemonteerd zitten, zodat bij het monteren hier geen fouten gemaakt kunnen worden.
- Optimaal is, als van een bougiekabeltang gebruik wordt gemaakt. Als deze niet voorhanden is, moet de montage steeds gebeuren door aan de bougiestekker te trekken of erop te drukken. Als er aan de kabel zelf getrokken wordt, kan deze beschadigd raken of afbreken. Gebruik eventueel een handshoen of een doek ter isolatie indien de bougiestekkers warm zijn.
Voordat de bougiestekker uitgetrokken wordt, is het raadzaam om de stekker een kwartslag te draaien. Dan komt deze gemakkelijker los.
De stekker steeds recht van de bougie aftrekken en niet schuin, zodat de keramiek van de bougie niet beschadigd wordt.
- Bij het verleggen van de kabels erop letten dat deze niet geknikt of ineen gedrukt worden. Ze mogen ook niet met hete delen in contact komen.
- Elke kabel heeft een exact bemeten lengte. Daarom moet er absoluut op de juiste plaatsing worden gelet.
Zorg ervoor bij de montage van de bougiekabels dat de bougiekabels elkaar niet onderling raken of tegen massa of andere geleidende onderdelen liggen. Dit voorkomt doorslag van de bougiekabels en zorg voor een goede loop van de motor.
Maak eventueel gebruik van bindbandjes om de bougiekabels van elkaar te isoleren en goed te positioneren.